Amerikaanse kunst, van realisme tot abstractie

1. Inleiding

Ik ga hier een overzicht geven van de belangrijkste kunststromingen en kunstenaars in de periode van de Verenigde Staten van vóór de abstract-expressionisten. Ook wil ik voor zover mogelijk naar voren halen wie wie heeft beïnvloed. Voor een goed begrip van het ontstaan van het abstract-expressionisme zijn een paar gebeurtenissen en instellingen van groot belang. In de eerste plaats het contact met de ontwikkeling van de moderne Europese kunst.

Veel Amerikaanse kunstenaars gingen vroeg of laat naar Europa, meestal Parijs, en stelden zich daar op de hoogte van de actuele kunst, naast het bestuderen van de Italiaanse en andere oude meesters. In 1913 werd er een grote expositie georganiseerd om de Amerikaanse kunstenaars, maar vooral het Amerikaanse publiek, op de hoogte te brengen van de recente ontwikkelingen op Europees kunstgebied. Deze zogeheten ‘Armory Show’ werd gehouden in New York van 17 februari tot 15 maart, en was zeer belangrijk voor de ontwikkeling van de moderne kunst in Amerika. Hier werd voor het eerst het kubisme getoond en ander werk van Picasso, maar ook van Matisse, Marcel Duchamp, Picabia en Brancusi.

De tweede gebeurtenis was de Tweede Wereldoorlog in Europa. Deze had, vooral door de Duitse bezetting van Frankrijk in 1940, tot gevolg dat veel Franse en andere Europese kunstenaars uitweken naar Amerika. Deze groep ballingen bestond o.a. uit Chagall, Zadkine, Leger, Duchamp, Mondriaan, Ozenfant en de surrealisten André Breton, Max Ernst, Yves Tanguy, Masson, Matta, en Dali. Vooral dit contact met het surrealisme werd voor de ontwikkeling van kunstenaars als Gorky, Pollock en Baziotes van groot belang. Na het aan de macht komen van Hitler in 1933 waren er al kunstenaars naar Amerika gevlucht, zoals de Bauhausdocent Joseph Albers. Al deze mensen bleven voorlopig in Amerika wonen en werken en gaven zo veel van hun ontwikkeling door aan anderen.

Voor de verdere ontwikkeling van het abstract-expressionisme als kunststroming en voor de onderlinge samenhang als groep waren twee instellingen van direct belang, namelijk in de eerste plaats een academie in New York, ’the Art Students League’, waar veel belangrijke Amerikaanse schilders les gaven en waar ook veel latere abstract-expressionisten les kregen. In de tweede plaats de New Deal-organisatie van Roosevelt voor kunstenaars in de jaren dertig: de ‘Works Progress Administration Federal Art Project’. In deze organisatie verdienden veel kunstenaars van diverse pluimage hun brood met muurschilderingen in openbare gebouwen. Soms stonden deze projecten onder leiding van één van de drie bekende Mexicaanse muurschilders, Orozco, Siqueiros en Rivera.
Via deze twee instellingen hebben veel jonge Amerikaanse kunstenaars vaak dezelfde invloeden ondergaan en leerden ze elkaar kennen. En in de jaren veertig vallen de diverse stukken op hun plaats.

© Ben Vollers