Bij een onderzoekje naar de naoorlogse abstracte kunst in Nederland en groepsvorming die daarbij ontstond kwam ik naast de ‘Experimentelen’ van de Cobrabeweging ook een groep tegen die ‘Creatie’ heette. In 1950 werd door Willy Boers en Ger Gerrits de groep ‘Creatie’ opgericht: ‘Vereniging tot bevordering van Absolute Kunst’. Hiermee werd bedoeld absoluut abstracte kunst. In deze groep zaten alleen abstract werkende kunstenaars. De eerdere pogingen van Boers om hiertoe te komen waren mislukt. WillyBoers behoorde o.a. met Ger Gerrits tot de organisatoren van de grote expositie in september 1945 in het deels nog lege Rijksmuseum, ‘Kunst in Vrijheid’ geheten.Het was bedoeld voor de “goede” kunstenaars, dus geen leden van de Kultuurkamer die samenwerkte met de Duitse bezetters. Naast Boers en Gerrits deden hieraan o.a. mee Frieda Hunziker, Willem Hussem, Hans Ittmann, Juul Neumann, Wim Kersten, Mark Kolthoff, Harry van Kruiningen en Quirijn van Tiel. Boers kende Gerrits, Hunziker, Kolthoff, Van Kruiningen, Ittmann en Neumann al van de Vereniging ‘De Onafhankelijken’. De expositie was geen succes, maar het was vooral ‘veel’.

12 Schilders

In 1946 was Willy Boers begonnen met de groep ‘12 schilders’ om in een mate van gelijkgerichtheid hun kunst af te stemmen op de nieuwe, naoorlogse tijd. De eerste expositie van de groep was in april/mei 1946 in het Stedelijk Museum Amsterdam. Behalve Boers bestond de groep uit Peter Alma, Anton Jan Cozijnsen, Dick Elffers, Frieda Hunziker, Wim Kersten, Harry van Kruiningen, Portheine(Ger Gerrits), Jan Roede, S.Salim, Wim Sinemus en Querijn van Tiel. Ook Sinemus kende Boers van de ‘Onafhankelijken’. De tweede en derde expositie van de groep was respectievelijk in mei 1946 in Pictura, Groningen, en in juni 1946 in Zwolle.

In maart 1947 exposeerde de groep weer in het Stedelijk ‘met twee invité’s’, namelijkVordemberge Gildewart en Hedquist. De laatste tentoonstelling was in Eindhoven in maart-april 1947, ‘12 Nederlandse schilders’ geheten. In Amsterdam en Eindhoven deed Quirijn van Tiel niet meer mee en was hij vervangen door Frans Boers, de broer van Willy Boers. Nog voor de ‘12 Schilders’, in januari 1946 had Willy Boers een expositie gehad met een groep ‘Haagse Abstracten’, te weten Hussem, Kromjong, Roede, Sinemus, Schrofer, Verburg en Will, bij de Haagsche Kunstkring in het Panorama Mesdag, ‘Tableau de la Troupe’ geheten.

Vrij Beelden

Vanuit de ‘12 schilders’ is eind 1946 de groep ’Vrij Beelden’opgericht, door Peter Alma, Willy Boers, Anton Jan Cozijnsen, Frieda Hunziker, Wim Kersten, Harry van Kruiningen, Portheine (Ger Gerrits), en Sinemus. De groep ‘Vrij Beelden’ bestond uit Peter Alma, Frans Boers, Willy Boers, Anton Jan Cozijnsen, Frieda Hunziker, Wim Kersten, Harry van Kruiningen, Piet Ouborg, Portheine (Ger Gerrits), Wim Sinemus, Friedrich Vordemberge Gildewart, Andre van der Vossen, Tage Hedquist en Will.

Als groep had men zich uitgesproken voor Abstracte Kunst “als gemeenschappelijke prioriteit”. Vrij Beelden wilde zeggen vrij in uiting, los van de werkelijkheid. In de abstracte kunst van ‘Vrij Beelden’ was de fantasie, en niet de werkelijkheid het uitgangspunt. Volledige abstractie was het doel, met kleur en vorm als autonome elementen. Maar in wezen putte men vooral uit de vooroorlogse stromingen expressionisme, kubisme, surrealisme en abstractie. Er werd nog een mislukte poging tot fusie met Cobra gedaan. De groep viel uit elkaar door ruzies, zowel op het persoonlijke vlak als door te grote tegenstellingen met betrekking tot figuratie. Maar ook was er ruzie over financiën. In ieder geval ging Ger Gerrits er uit in 1950. De groep zelf bleef bestaan tot en met 1954. Of Boers ook in ‘50 uittrad of al eerder is niet duidelijk. In ieder geval exposeerde hij alleen met ‘Vrij Beelden’ in 1947 in het Stedelijk en daarna niet meer.

De eerste expositie van ‘Vrij Beelden’ werd de tentoonstelling ‘12 schilders en twee invité’s’ in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Toen verscheen ook het enige manifest van ‘Vrij Beelden’. Dit zegt niet zo veel. Het meest opmerkelijke nog is “dat in deze tijd van na de oorlog er een grotere mate van vrijheid van uiten voor de kunstenaar nodig is”. In mei 1947 werd er een expositie gehouden van ‘Vrij Beelden’ in de Haagsche Kunstkring waarvoor een groep gastkunstenaars bestaande uit Berserik, Van de Bundt, Hussum, Kromjong, Roede, Schoonhoven, Schrofer en Verburg waren uitgenodigd. Van ‘Vrij Beelden’ deden mee Willy Boers, Kersten, Van Kruiningen, Ouborg en Sinemus. Dit alles onder de verwarrende titel ‘Experimentelen’. Maar ook exposeerde Willy Boers in juli 1948 weer als ‘Experimentelen’ in de Haagsche Kunstkring, samen met Berserik, Van der Bundt, Gerrits, Hunziker, Kersten, Van Kruiningen, Roede, Schrofer en Verburg als ‘Experimentelen’.

In het najaar 1948 doken er bij ‘Vrij Beelden’ namen op als Anton Rooskens en J. Voskuil. En verder deden toen de beeldhouwers Piet van Stuivenberg, Wout van Heusden en Koos van Vlijmen mee. In september ’49 en augustus ’50 deden, naast de vaste kern van Ger Gerrits, W.Kersten, F.Hunziker, H.van Kruiningen en W.Sinemus, nieuwe namen als H.Berserik, A.Breetvelt, B.Gunteren, D.te Hoedt, W.Hussem, R.Holtrop, M.Kolthoff, J.Mooy, J.Neumann, W.L. Reyers, W.Schrofer en A.van der Vossen mee. In ’52 en ’53 kwam daar nog Jan Schoonhoven bij. Willy Boers exposeerde in de jaren 1948, 1949 en 1950 in het Stedelijk Museum Amsterdam met een wisselende groep, Amsterdamse schilders van nu’, met naast Appel, Corneille en Constant o.a. Kolthoff, Gerrits, Hunziker, Van Kruiningen en Breetvelt. Ook maakte Boers hier kennis met Eugène Brands en Anton Rooskens. Met deze twee werkten Boers en Gerrits zeer nauw samen in een gezamenlijk project om twee leslokalen van een school van wandschilderingen te voorzien. Boers en Gerrits deden samen het ene en Brands en Rooskens samen het andere lokaal van de R.K. Dagnijverheidsschool ‘Don Bosco’ in Amsterdam eind 1950.

In juli ’48 stelde Willy Boers de Nederlandse inzending samen voor de 3e Salon des Réalités Nouvelles te Parijs. Naast hem waren daar Boumeester, Braat, Gerrits, Hunziker, Kolthoff, Rooskens en Warb. In juli 1949 op de 4e Salon zond hij in samen met Domela, Gerrits, Hunziker, Rooskens en Warb. Voor de 3e keer nam hij deel aan de 5e Salon te Parijs samen met Breetvelt, Gerrits, Van Heusden, Ten Hoedt, Hunziker, Hussem, Rooskens, Roede, Sinemus, Van Stuivenberg, Van Vlijmen, Van der Vossen en Warb. In juni 1951 nam Boers nog deel aan de 6e Salon, samen met Boumeester, Van der Vossen en Warb. In 1951 had Boers in Rotterdam geëxposeerd met de ‘Vereniging voor Irrealisme en Abstractie in de Beeldende Kunst’, te weten Eugène Brands, Breetveld, Gerrits, Hunziker, Hussem, Kolthoff, Nanninga, Ouborg, Rooskens en Weininger.

Creatie

De groep ‘Creatie’ bestond van 1950 tot en met 1954 en had als redactie Willy Boers, Eugène Brands en Anton Rooskens, met als leden Klaas Boonstra, Simon Erk, Mark Kolthoff, Jaap Stellaart, Piet van Stuivenberg, Emil Voeten, André van der Vossen, Ger Gerrits, Hans Ittmann (voorzitter), Kees Keus(secretaris), Juul Neumann, Wim Strijbosch en Andor Weiniger . Later zijn daar nog Wim Crouwel, Armando en Greet van Amstel bijgekomen. Kolthoff, Van Stuivenberg, Van der Vossen en Neumann kwamen van ‘Vrij Beelden’. ‘Creatie’ was het “geesteskind” van Willy Boers en Ger Gerrits. Er werden in totaal 4 exposities georganiseerd. De openingstentoonstelling, februari/maart 1951 werd zowel in Amsterdam in Fodor als in Rotterdam in ’t Venster gehouden. Er verscheen een viertalig manifest van de groep, met een ‘ter kennismaking’ van André van der Vossen in de publicatiereeks ‘Creatie no.1’, men verwees hierin naar de gelijktijdige Guggenheim tentoonstelling in het Stedelijk museum de moderne kunstenaar als wegbereider en voorganger van de ‘Absolute Kunst’. De laatste term verwijst weer naar de groep ‘Abstraction Creation’, uit ‘31 van Van Doesburg, met o.a. Arp, Helion, Delaunay en Kupka. Na de oorlog heette dit initiatief Salon Réalités Nouvelles, dit wil zeggen ‘Absolute Kunst’.

In 1952 werd de 2e expositie in Amsterdam bij Le Canard gehouden. De 3e expositie was weer zowel in Fodor als in ’t Venster. De 4e en laatste tentoonstelling was in januari/februari 1954 in de Openbare Leeszaal in Amsterdam aan het Roelof Hartplein, temidden van allerlei boeken over ‘Absolute Kunst’. Een poging in ’54 tot het samengaan met ‘Vrij Beelden’ ten behoeve van.de abstracte kunst mislukte.
In maart 1954 viel ‘Creatie’ uiteen en werd de groep opgeheven. Willy Boers stapte uit de groep, samen met Armando. Een aantal vormt de ‘Groep 54’ die een jaar heeft bestaan. Boers bleef met Armando altijd bevriend. Officieel heette het bij de opheffing dat de invloed van ‘Creatie’ te beperkt was geweest. Daarvoor was het dus nodig ‘om krachten te bundelen en in grotere verbanden samen te werken, met name met architecten’. Tenslotte lag het in de lijn der verwachting “dat de abstracte kunst zich vooral in de samenwerking met de (binnenhuis)architectuur zou ontwikkelen”.

Liga Nieuw Beelden

In 1955 ontstond de nieuwe en grote vereniging ‘Liga Nieuw Beelden’ van de architect Charles Karsten. Hierin ging niet alleen ‘Groep 54’ op, maar ook ‘Cobra’ en de restanten van ‘Vrij Beelden’ en ‘Creatie’. Bij de Liga stond de integratie van de abstracte schilderkunst en de architectuur voorop. Ze werd opgericht als een werkgemeenschap van diverse kunstdisciplines. Dit samengaan van de diverse disciplines, en vooral de integratie van architectuur en beeldende kunst, was ook het oude ideaal van de ‘Stijl’-groep. Maar moest de kunstenaar door het maken van wandschilderingen zijn maatschappelijke functie voorop stellen of vooral zijn individuele zelfstandigheid handhaven?

Jaarlijks werd door de Liga in het Stedelijk Museum geëxposeerd.Volgens Henk Peeters waren deze exposities “de meest toonaangevende van wat zich in die tijd als abstract presenteerde”. Naast de oudere ‘geometrisch abstracten’ was er volgens Peeters sprake van een groep ‘Vrije Abstracten’ van Willy Boers, maar Boers deed niet met de Liga mee. In ieder geval vinden we bij de Liga diverse namen van oude strijdmakkers van Willy Boers, zoals Emile Voeten, André van der Vossen, Eugène Brands, Hans Ittmann en Mark Kolthoff. Ook zaten er diverse ‘Informelen’ bij, namelijk Jan Schoonhoven, Armando, Kees van Bohemen en Henk Peeters, en aanverwante collega’s zoals Jaap Wagemaker, Wim de Haan en Theo Bennes die nog een tijd secretaris van de Liga was.

Men kan wel zeggen dat er na de oorlog een streven is om de abstracte kunst weer op het spoor te zetten, dat in de jaren tot ’55 vooral Willy Boers en Ger Gerrits daarvan de drijvende figuren waren en dat de groep ‘Creatie’ in zijn gelijkgerichtheid daarvan het hoogtepunt vormde. Uit het voorafgaande moge ook blijken dat zich in de jaren net na de oorlog een heel netwerk ontvouwde waarin iedereen elkaar kende, vaak nog van de jaren dertig. Ook kan men zeggen dat ‘Vrij Beelden’ en ‘Creatie’ hiervan een kern vormden. Maar ook dat Appel, Corneille en Constant, in tegenstelling tot Brands en Rooskens, van dit netwerk nauwelijks deel uit maakten. In 1955 kwamen alle draden weer bij elkaar in ‘Liga Nieuw Beelden’, van waaruit zich iets nieuws kon ontwikkelen, namelijk ‘de Informelen’, en vervolgens ‘de Nul-beweging’. Tenslotte nog dit: wat betreft de integratie van de kunstdisciplines stond deze mijns inziens in 1900 ook voorop bij de Art Nouveau of Nieuwe Kunst.

Citaat van Willy Boers abstracte kunst:
Abstractie is die arbeid van de geest of van het gevoel, waardoor de voor wezenlijk gehouden inhoud of feitelijkheid wordt losgemaakt uit haar samenhang met de voor van bijkomstige betekenis gehouden elementen. Abstract is dus het onttrekken van een bepaalde inhoud aan een verband dat nog andere elementen bevat waarvan de combinatie als geheel iets nimmer wederkerends of iets individueels en daarom iets onvergelijkbaars is. Ik kan van het object slechts abstraheren door middel van een subjectieve begripsconstellatie.”

Literatuur:
* Punt 31; een geruchtmakende Dordtse galerie voor moderne kunst 1957-1962; samenstelling en eindredactie I. Voorsteegh, Zwolle, 1990.
* Dooren, Elmyra M.H.van Willy Boers 1905 -1978, Naarden, 1995.
* Vrij Beelden en Creatie, Amstelveen, 1996.

© Ben Vollers